Droomdenken

Valt het je ook op? Het toonaangevende model van de 21e-eeuwse vaardigheden van Kennisnet en SLO raakt op de achtergrond. Het spreekt boekdelen dat op de site van Kennisnet, het begrip 21e-eeuwse vaardigheden zelfs niet meer in het menu staat. De pagina met het overbekende taartpuntmodel, wordt alleen nog in de lucht gehouden om zoekverkeer op te vangen en naar de website van Kennisnet te leiden.

Het is duidelijk dat Kennisnet zelf afscheid neemt van het model, en dat is ook begrijpelijk gezien recente ontwikkelingen. Het advies van Curriculum.nu sluit namelijk veel beter aan bij de doelstelling en kerncompetentie van Kennisnet: scholen ondersteunen bij een professionele inzet van ict. Vaardigheden die geen directe relatie hebben met ICT dreigen hierdoor uit beeld te raken.

Onder leiding van Curriculum.nu worden nu vier vaardigheden geïsoleerd: informatievaardigheden, mediawijsheid, ict-basisvaardigheden en computational thinking. Deze vier worden geclusterd en herbenoemd tot Digitale Geletterdheid. Het wordt een zelfstandig leergebied, net zoals Nederlands en Rekenen & Wiskunde. De resterende 21e-eeuwse vaardigheden uit het model noemt Curriculum.nu: brede vaardigheden. In het advies aan de regering is te lezen:

Deze vaardigheden worden ook wel 21e-eeuwse vaardigheden, vakoverstijgende, algemene of brede vaardigheden genoemd. In deze notitie spreken we over brede vaardigheden. Deze vaardigheden zijn niet direct aan één vak- of leergebied te koppelen, maar leerlingen hebben ze nodig om te functioneren in de snel veranderende samenleving van de 21e eeuw. Deze vaardigheden worden geïntegreerd met inhouden van verschillende vak- en leergebieden. Brede vaardigheden staan dus niet op zichzelf, ze zijn leerbaar en leerlingen kunnen zich erin ontwikkelen.

Hoe vaker ik deze formulering lees, des te minder ik ervan begrijp. Wat betekent bijvoorbeeld “Brede vaardigheden staan dus niet op zichzelf, ze zijn leerbaar en leerlingen kunnen zich erin ontwikkelen.”

Snapt u het nog? Ik ook niet.

Maar goed. Deze brede vaardigheden worden dus ondergebracht in alle zelfstandige leergebieden, zo luidt het advies. Bestaande vakken, zoals Kunst en Cultuur bijvoorbeeld, worden dus verrijkt met 21e-eeuwse vaardigheden. Maar dit geldt niet alleen voor bestaande leergebieden. Het betekent ook dat de brede vaardigheden indalen in het nieuwe leergebied Digitale Geletterdheid.

Snapt u het nog? Ik ook niet. Ken je Russische matroesjka-poppetjes? Het voelt voor mij een beetje alsof je de vier kleinste matroesjka poppetjes uit de reeks apart zet, en vervolgens probeert de resterende figuurtjes, die feitelijk groter zijn, daarin te proppen. Deze denkfout is enkel mogelijk wanneer geen idee hebt van de samenhang en de verhoudingen tussen de vaardigheden, zoals het Columbusmodel die verbeeldt.

Maar hier wilde ik het eigenlijk helemaal niet over hebben. Ik dwaal af. Ik wilde het hebben over Droomdenken…

Samen met Erik Meester zou ik hangend aan de bar met een biertje in de hand gezellig gehakt willen maken van de wazige en veel te algemene formuleringen in het advies van Curriculum.nu. Maar ik ben bang dat hij niet drinkt, dus ik sta er alleen voor.

Droomdenken dus. Droomdenken komt in het Columbusmodel in de plaats van Probleemoplossend denken en handelen. We hebben deze vaardigheid in het boek Digitale Intelligentie vervangen omdat probleemoplossend denken een te vage vaardigheid is. Samen met Erik Meester zou ik hangend aan de bar met een biertje in de hand gezellig gehakt willen maken van de wazige en veel te algemene formuleringen in het advies van Curriculum.nu. Maar ik ben bang dat hij niet drinkt, dus ik sta er alleen voor.

In de handreiking brede vaardigheden van Curriculum.nu staat de definitie van Probleemoplossend denken en handelen: Het vermogen om een probleem te (h)erkennen, tot een plan te komen en het probleem (praktisch) op te lossen. Na deze definitie volgt een wollige tekst waarbij er volop geleend wordt van andere vaardigheden zoals computational thinking en creatief denken. Het is drie keer niks.

Het probleem is dat de vaardigheid niet in relatie wordt gebracht met de 21e eeuw. We lossen al meer dan 10.000 jaar problemen op. Wat is er nu veranderd, waardoor ‘probleem oplossen’ een nieuwe vaardigheid is? Dat is de kernvraag. Het is ook de positie die Paul Kirschner graag betrekt wanneer hij stelt: “Deze vaardigheden hebben niets te maken met de 21e eeuw. De wereld veranderde altijd al snel.”

We lossen al meer dan 10.000 jaar problemen op. Wat is er nu veranderd, waardoor ‘probleem oplossen’ een nieuwe vaardigheid is?

Maar de wereld verandert wel degelijk sneller dan voorheen. In het boek Digitale Intelligentie onderbouw ik dat samen met Wijnand van Lieshout vrij uitgebreid. Ik denk dat ik me hier daarom kan beperken door aan te geven dat dit wordt veroorzaakt doordat onze belangrijkste grondstof ingrijpend verandert. In een kennismaatschappij is data (kennis) de belangrijkste grondstof. Deze is niet meer analoog, ook niet alleen digitaal, maar sinds een jaar of 10 verbonden digitaal. Dus het feit dat onze belangrijkste grondstof ingrijpend verandert is de oorzaak dat onze wereld onvoorspelbaar en snel verandert.

Wanneer we het oplossen van problemen in relatie brengen met een snel veranderende samenleving, dan krijgt probleem oplossen ineens een relevante en zelfstandige betekenis.

Om nieuwe technologie optimaal te benutten, moeten we ons als het ware bevrijden van de erfenis van de twintigste eeuw. Deze erfenis is zichtbaar in organisatiestructuren, werkwijzen en vooral ook in denkwijzen.

In het boek Digitale Intelligentie zeggen we het zo:

In veel modellen van de 21e-eeuwse vaardigheden vind je het begrip ‘probleemoplossend denken’ als vaardigheid terug. De onderbouwing hiervan is dat de wereld snel verandert en dat de complexiteit van vraagstukken toeneemt. We moeten dus behendiger worden in het oplossen van problemen. Allemaal waar, maar de term is toch te weinig specifiek.

De dominante vraagstukken van vandaag hebben namelijk een gemeenschappelijke deler. We zitten als het ware opgesloten in uitgekristalliseerde structuren van de 20e eeuw. De opwarming van de aarde bijvoorbeeld is niet het gevolg van digitalisering, maar van het gebruik van fossiele brandstoffen. Het is een erfenis van onze ouders en grootouders. Maar de erfenis blijft niet beperkt tot het milieu, we zien deze terug in vrijwel ieder aspect van onze samenleving. Het onderwijs bijvoorbeeld werkt nog altijd vrijwel uitsluitend met een leraar voor de groep die leerlingen voorbereidt op het examen. Onze zorg loopt nog te veel achter de feiten aan: we investeren traditiegetrouw vooral in het genezen van ziekte in plaats van het voorkomen van ziek worden. Het is de verwachting we door de toepassing van sensoren die onze gezondheidsstatistieken nauwkeurig in beeld brengen veel winst kunnen boeken.

Mechanische productiewijzen van de vorige eeuw hebben mechanische organisaties tot gevolg gehad, waarbinnen mechanische processen en mechanische denkwijzen zich gedurende honderd jaar hebben vastgezet.

Om nieuwe technologie optimaal te benutten, moeten we ons als het ware bevrijden van de erfenis van de twintigste eeuw. Deze erfenis is zichtbaar in organisatiestructuren, werkwijzen en vooral ook in denkwijzen. Droomdenken is een verzamelnaam voor een aantal kwaliteiten, die specifiek relevant zijn in de 21e eeuw. In aanvulling op de formuleringen in het boek Digitale Intelligentie benoem ik hieronder een aantal kwaliteiten, die ook vallen onder het begrip Droomdenken. Ze hebben niet exclusief betrekking op het onderwijs.

Droomdenken is de vaardigheid waarmee Columbus zijn koers zette, maar ook de vaardigheid waarmee hij de koning van Spanje overtuigde te investeren in zijn reis.

Ik kom steeds meer tot de overtuiging dat Droomdenken de belangrijkste vaardigheid is uit het spectrum van verbindende vaardigheden. In de metafoor van het Columbusmodel is het namelijk de vaardigheid die richting geeft. Het is de vaardigheid waarmee Columbus zijn koers zette maar ook de vaardigheid waarmee hij de koning van Spanje overtuigde te investeren in zijn reis.

Een vis is zich niet bewust van het water en kan zich daardoor ook geen andere omgeving voorstellen.

Verbeeldingskracht en voorstellingsvermogen

Het je kunnen inbeelden van een andere omgeving, dan de situatie waarin je gevangen zit is soms heel moeilijk. Een vis is zich niet bewust van het water en kan zich daardoor ook geen andere omgeving voorstellen. De bestaande omgeving, werkwijze en manier van denken is als een jas die we als een tweede huid ervaren. Een thuisgevoel.

Veel organisaties ervaren weerstand bij medewerkers, wanneer nieuwe werkwijzen worden geïntroduceerd. Om medewerkers in beweging te laten komen is het van cruciaal belang dat je in staat bent hen een doorkijkje te geven naar een andere wereld. Het is vooral de rol van de bestuurder om vergezichten te schilderen, zodat medewerkers deze kunnen omarmen. Medewerkers moeten zich een voorstelling kunnen maken van het gemak dat het hen op zou kunnen leveren, en het geluk van doelgroep (de leerling, klant of patiënt) en als laatste het gewin voor de organisatie.

In plaats dat leidinggevenden spreken vanuit verbeeldingskracht, zien we in de praktijk vaak dat de intentie van bestuurders zich richt op optimalisatie.

Wanneer dit niet gebeurt, kan je nog zoveel investeren in knoppentrainingen: matrozen stappen simpelweg niet aan boord wanneer ze geen beeld hebben bij het doel van de reis. In plaats dat leidinggevenden spreken vanuit verbeeldingskracht, zien we in de praktijk vaak dat de intentie van bestuurders zich richt op optimalisatie.

De intentie van een leider is heel belangrijk. Intentie brengt namelijk houding, taal en gedrag voort. Medewerkers in de zorg en leraren lopen niet warm voor optimalisatie. Woorden als rendement, stroomlijnen en (tijd)winst wrijven hen tegen de haren in. Het werkt contraproductief. Dit is een achterliggende oorzaak van stroeve implementatie van digitalisering in de zachte sectoren.

Een bestuurder die leert droomdenken, neemt zijn medewerkers mee in een visie, een droom, niet in een plan. Zoals Simon Sinek zegt: Martin Luther King jr. bracht mensen in beweging met “I have a dream” – niet met “I have a plan.”

Doordat de wereld sneller verandert dan voorheen, ontvouwen scenario’s zich ook sneller dan we gewend zijn.

Scenariodenken

Doordat de wereld sneller verandert dan voorheen, ontvouwen scenario’s zich ook sneller dan we gewend zijn. Veranderingen die zich voorheen wellicht over een periode van een decennium voltrokken, ontwikkelen zich nu in een jaar. Dit appelleert aan kennis en vaardigheden over de wetmatigheden van scenario’s. Het ligt voor de hand dat in een statische wereld er minder behoefte is aan deze kwaliteiten. Maar naarmate de wereld dynamischer wordt is het ook steeds belangrijker dat je koers kan houden op een woelige zee. De mens wordt dan de stabiele factor in een VUCA wereld. Hoe meer iemand zich hiervan bewust wordt, des te beter hij kan navigeren en invloed uit kan oefenen op veranderprocessen.

In het onderwijs kan scenariodenken bijvoorbeeld een logische plek krijgen binnen geschiedenis, zoals we in het boek Digitale Intelligentie beschrijven:

Neem het vak geschiedenis. In de traditionele manier van doceren nemen we de leerling als het ware mee aan de hand van verhalen over lang vervlogen tijden totdat we het eindpunt bereiken: de tegenwoordige tijd. De boodschap die we hiermee impliciet doorgeven, is deze. Eerst gebeurde er dit. Toen dat. En nu is het zus en zo. Einde. We kijken terug in de tijd. Er is geen onzekerheid hoe een scenario verloopt. Het is hooguit spannend (hopelijk) wanneer de docent meeslepend kan vertellen.

Hoe zou het zijn wanneer we het vak geschiedenis een nieuwe naam zouden geven: toekomst. Niet dat we het kind met het badwater willen weggooien. Het staat als een paal boven water dat het belangrijk is om de geschiedenis te kennen. Maar in vrijwel ieder beroep is het belangrijk om te kunnen denken in scenario’s. Grote bedrijven zoals Shell hebben er zelfs speciale afdelingen voor in het leven geroepen. Maar ook voor kleine bedrijven en zelfs voor een zzp’er is het belangrijk om voortdurend vooruit te denken en scenario’s te ontwikkelen voor de toekomst. Opmerkelijk genoeg is het een vaardigheid die in het huidige onderwijsaanbod vrijwel ontbreekt.

Hoe zou het zijn om in de eerste klas van de middelbare school een bedrijf als Tesla als onderwerp te nemen en om dan samen met de leerlingen te voorspellen hoe dit bedrijf zich gaat ontwikkelen? Of neem het presidentschap van Trump. Het zijn onderwerpen waar je een waardevol historisch verhaal aan kunt koppelen. Tegelijkertijd kun je de leerlingen uitdagen om te voorspellen hoe de bestaande situatie zich ontwikkelt. Omdat de leerlingen tussen de vier en zes jaar op school rondlopen, biedt dit tijd om een ontwikkeling te volgen.

Ethiek en filosofie

Door voortschrijdende wetenschappelijke inzichten en de praktische toepassing daarvan, is de vraag ook steeds relevanter of we alles moeten willen wat we kunnen. Zo was het 10 jaar geleden nog een leuk gedachte-experiment om antwoord op de vraag te geven of we mensen zouden moeten willen klonen. Maar wanneer we dit daadwerkelijk kunnen is het geen virtueel spel meer. Het is letterlijk een vraag van leven en dood. Het is daarom van belang dat we jonge mensen trainen om ethische afwegingen te maken. Niet om hen in te perken, of een specifiek dogma te leren, maar om hen zelfstandig afwegingen te leren maken hoe je ethische vraagstukken kunt onderzoeken.

In een wereld waarin we steeds minder worden begrensd door technische beperkingen is het leren om ethische afwegingen te maken geen luxe meer.

In een wereld waarin we steeds minder worden begrensd door technische beperkingen is het leren om ethische afwegingen te maken geen luxe meer. Je kunt het ook zo zeggen: wanneer je naar elke richting koers kan zetten, dan is het van belang dat je de juiste richting kiest.

Het bovenstaande artikel is een vingeroefening, die ik schreef in het kader van het webinar Droomdenken, dat ik binnenkort verzorg. Je kunt er hier over lezen op www.digitaleintelligentie.nl. Het begrip Droomdenken is nog niet helemaal uitgekristalliseerd, maar met dit artikel is wel een volgende stap gezet. Leuk als je meedenkt.

Hans Hoornstra
Geen Reacties

Sorry, het reactieformulier is op dit moment gesloten.